Opdrachten

Hier volgen de opdrachten voor 2020 waar je er één (of meerdere) van kunt kiezen. De eerste opdracht doet elk jaar mee.

Opdracht 1: het vrije lied

Schrijf een liedtekst, waarbij we geen verdere restricties geven. Deze tekst mag lang of kort zijn, rijmen of niet, in het Nederlands of een andere taal geschreven zijn. Let op: uiteindelijk beoordeelt de jury de teksten niet alleen op schoonheid maar ook op bruikbaarheid. Dus alles mag, maar een tekst die zich goed leent om een lied van te maken, en dan ook nog eens een lied dat in de praktijk gezongen zal gaan worden, heeft de voorkeur.

Opdracht 2: slotlied

Schrijf een lied dat je op een gewone zondag kunt zingen aan het eind van de dienst. Misschien kan de gemeente het uit volle borst meezingen, om de nieuwe week mee in te gaan. Misschien wordt er om zegen gevraagd. Ook dankbaarheid, de ‘taak in de wereld’ en een oproep tot saamhorigheid kunnen de kleur van het slotlied bepalen.

Opdracht 3: dierenlied

In 2020 valt Werelddierendag op 4 oktober op een zondag. Ongetwijfeld gaan veel kerken daar aandacht aan besteden. Maak jij een psalm over de vogels of dicht je het gebed van de hamster? We zijn benieuwd naar je tekst.

Opdracht 4: contrafact I

Een bekend lied dat rond Allerzielen of de ‘laatste zondag van het kerkelijk jaar’ gezongen kan worden, is ‘Heer, herinner u de namen’. Het is gepubliceerd met een melodie van Herman Strategier, o.a. in het Liedboek voor de Kerken onder nummer 273 (alle vier coupletten) en in het Liedboek 2013 (drie coupletten) en in GvL. Met de tekst echter kan een groeiend deel van de kerkbezoekers niet meer goed uit de voeten. Contrafact-opdracht: Schrijf een nieuwe tekst op deze melodie, die gebruikt kan worden in dezelfde context: het herdenken van de overledenen. De tekst mag eventueel beginnen met ‘Heer, herinner u de namen’, maar moet verder origineel zijn.

Opdracht 5: contrafact II

In het Nieuwe Liedboek uit 2013 vind je onder lied 253 ‘De zon daalt in de zee’. Het van oorsprong IJslandse lied (Nú hverfur sól í haf) werd door Thorkell Sigurbjörnsson van een prachtige melodie voorzien. Zowel in het origineel als in de vertaling van René van Loenen gaat het om een avondlied. Schrijf een andere tekst die op deze melodie ook overdag gezongen kan worden. Thematisch moet de tekst natuurlijk goed passen bij wat de melodie oproept.